Honden stammen af van wolven. Het uitgangspunt wanneer we naar hondenvoeding kijken, de basis is immers hetzelfde. Maar wat is het ideale hondenvoer?
Wolven en honden zijn generalisten. Ze zijn niet gespecialiseerd en beschikken over de mogelijkheid zich aan te passen aan wisselende omstandigheden. Vooral in de voedingsbehoeften zie je dit terug: er bestaat een zekere tolerantie voor (tijdelijke) tekortkomingen.
De ideale voeding
In een roedel wordt samen gejaagd. Een gevangen prooi wordt in korte tijd naar binnen gewerkt. Kauwen en scheuren hebben als enig doel de prooi te verkleinen zodat deze kan worden opgenomen. Honden hebben geen enzymen het speeksel, speeksel dient dus enkel als glijmiddel.
Honden hebben naar verhouding een grote maag. Een flinke wolf kan 10kg. vlees opnemen! Niet aan te raden, want een te grote maaginhoud kan leiden tot een maagtorsie. Vandaar dat we tegenwoordig liever 2x per dag voeren dan om de dag een grote homp vlees. In het wild rusten wolven na een grote maaltijd. De verteerbaarheid is dan ook goed, het voedsel blijft relatief lang in de maag en ondergaat hier een belangrijk deel van de vertering. Hierdoor is het mogelijk dat de darmen ‘kort’ zijn. Dit is bij huidig hondenvoer (m.n. brok) helaas vaak anders, dit valt uit elkaar in de maag en verlaat de maag te snel.
Wat is nu de beste manier om de huishond te voeren? Er zijn twee opties: zelfbereid voer of kant en klaar voer.
BARF & ander zelfgemaakt voer
Zelf voer bereiden is een methode om de natuurlijke voeding zo goed mogelijk te benaderen. Dit is dus iets anders dan kliekjes voeren. Deze methode vereist echter gedegen kennis en is zeker niet iets om zomaar te gaan proberen. Behalve gewenste eiwit- en vetpercentages is de samenstelling van voedingsmiddelen van belang. Daarnaast zijn voedingsmiddelen niet lang houdbaar en zeker niet altijd veilig. Denk aan bacteriën en virussen. De BARF methode (bones and raw food) is hier een bekend voorbeeld van. Wanneer je het goed wilt doen is deze manier van voeren prijzig.
Kant en klaar hondenvoer
Net zoals bij het kattenvoer (artikel over kattenvoer kunt u hier lezen) kan men er bij kant en klare hondenvoeding van uitgaan dat alle verkrijgbare merken goed zijn. Kant en klare voeding, ook wel commercieel voer, bevat natuurlijk kwalitatieve verschillen, maar ronduit slechte voerders zijn er niet.
Dit betekend niet dat het niet uitmaakt wat je voert! De kunst is juist dat specifieke voer te vinden dat voor dat individuele dier het beste resultaat geeft. Indien uw hond baat heeft bij een voedingsadvies op maat, schroom dan niet om een afspraak met ons te maken.
Bekende klachten veroorzaakt door een of meerdere voeders zijn braken, diarree, allergische aandoeningen enzovoorts. Belangrijk is dat de fout niet bij het soort voer ligt, maar bij het lichaam van het desbetreffende dier. Individuele reacties kunnen erg verschillen, zelfs bij dieren uit hetzelfde nest.
Dierpraktijk Beest | Tip
Zelfs het meest perfecte kant en klaar voer heeft zijn beperkingen. De behoeften van een dier wisselen gedurende het leven. Denk aan dracht, leeftijd, arbeid, omgevingstemperatuur etc. Er zijn tientallen varianten op de markt die op deze behoeften inspelen. Maar het is vaak overbodig deze aan te schaffen omdat de energiebehoeften en eiwitbehoeften schommelen van periode tot periode.
Commercieel voer is er in verschillende soorten
- Blikvoer: dit bestaat uit ca. 80% water en dus een dure manier om te voeren. Een voordeel is dat honden dit over het algemeen lekker vinden.
- Half-droog voer/ Soft moist: deze bevatten 20-45% vocht, gebonden aan eiwit. De acceptatie is doorgaans goed. Nadeel is vaak de prijs.
- Droogvoer: bevat slechts 10% water. Hierdoor is het wel langer houdbaar. Er zijn twee groepen droogvoeders. De eerste, homogeen droogvoer, zijn de pellets. Er is op het oog is geen structuur en herkomst te herkennen. Deze brokken bevatten vaak melasse, over het algemeen belemmert dit de acceptatie. Daarnaast zitten er in deze brokken weinig essentiële vetten. Deze oxideren tijdens het productieproces. Huidklachten zijn hier veelal het directe gevolg van. Bij het artikel over kattenvoer kunt u onder het kopje VETTEN lezen wat u kunt doen op dit probleem op te lossen.
- Niet-homogene/ ‘dinervoeders’: bestaan uit herkenbare componenten. Dit maakt het voor de consument aantrekkelijker om aan te schaffen. Een nadeel is echter dat dit voer met heet water (80°C) overgoten dient te worden, vervolgens enige tijd ‘wellen’ en weer af moet koelen tot een eetbare temperatuur. Vaak wordt dit proces ervaren als lastig, er staat immers een opgewonden hond te kwijlen, waardoor het wordt versnelt. Water van lagere temperatuur wordt gebruikt, soms zelfs helemaal geen water. Met als resultaat een minder goed verteerbaar product.
Dierpraktijk Beest | Tip
Het zelf toevoegen van supplementen aan compleet voerders is een risicovolle aangelegenheid. De kans op overdosering of onbalans is snel aanwezig. Vooral vitamine A en D druppels zijn schadelijk voor jonge honden. Er zijn echter ook producten op de markt die onvolledig zijn. Hier zijn dus wel toevoegingen gewenst. Hiervoor is kennis nodig!
Een volgende keer meer over voeding van de hond. Dan zullen we de onder andere de eiwit- en vetbehoefte bespreken. En wat te doen als uw hond te mager, of juist te zwaar is? U leest het binnenkort in Hondenvoer deel 2.