Rashond, raskat, of toch liever een vuilnisbakje. Who cares? Jij!! In je “keuzepakket” zit namelijk de basis: een basis goede genen en een basis iets mindere genen.
Hondenrassen bestaan er in allerlei soorten en maten. Een Chihuahua lijkt in niks op een Deense Dog. Katten zien er voor de leek altijd uit als een kat. Het blijven immers gewoon katten. Waarom lijken de verschillen tussen hondenrassen zo groot te zijn, maar bij katten niet?
Hoe kan dit?
Katten zijn door de jaren heen zo gefokt met maar minimale fysieke verschillen zijn tussen rassen. Sommige hebben rondere gezichten, andere juist slanker, er zijn verkorte neuzen, oren die dubbelgevouwen lijken, verschillen in vachtkleur, -textuur en -lengte. Maar de nuances tussen kattenrassen zijn nihil vergeleken bij de fysieke verschillen onder hondenrassen. Teckels lijken met hun korte pootjes en lange lichaam nog maar weinig op hoogbenige Greyhounds. Met een kortharige Mastiff van gemiddeld 45 kg. paradeer je net iets minder makkelijk dan met zijn langharige neefjes Shih Tzu en Maltezer in je handtas. Maar waarom zie je bij kattenrassen niet dezelfde extreme verschillen in grootte en vorm als bij hondenrassen?
Wist je dat…
Er op dit moment 42 verschillende kattenrassen zijn. En maar liefst 340 hondenrassen! De CFA (Cat Fanciers’ Association) erkend op dit moment 42 kattenrassen. De AKC (American Kennel Club) erkend 190 hondenrassen, maar de FCI (Fédération Cynologique Internationale), de grootste hondenvereniging wereldwijd, erkend 340 hondenrassen! Volgens Leslie Lyons, professor in Diergeneeskunde, zijn de verschillen tussen rassen ontstaan door selectief te fokken; door het jarenlang monitoren en manipuleren van bepaalde eigenschappen.
Nieuwe Mutanten?
Onverwachte variaties in het uiterlijk van een gefokt dier, zoals een vreemde grootte, missen van een staart, krullerige vacht, zijn het resultaat van genetische mutaties. Deze mutaties vinden in de natuur ook plaats, aldus prof. Lyons. Het verschil is dat in dit geval mensen het “gebrek” interessant vinden en juist met deze “fouten” gaan fokken.
Dierenvrienden
Zowel katten als honden leefden al met mensen samen voordat er rassen ontstonden. Honden werden 19.000 jaar geleden al gedomesticeerd, kitten (pas) 10.000 jaar geleden. Terwijl het partnerschap tussen mens en hond ontwikkelde, werden mensen zich ervan bewust dat honden specifieke taken beter konden uitvoeren dan de mens zelf. Mensen begonnen met selectief fokken: afhankelijk van welke taken gedaan werden ontstonden honden die goed waren in het uitvoeren van juist die taak. Zo zijn er voor het hoeden van schapen in de bergen andere kenmerken belangrijk dan het hoeden van schapen op het platteland. Sommige mensen fokten met honden die het terrein bewaakten, ratten vingen of juist goed waren in het terugbrengen van geschoten wild. Bijna onnodig om te vermelden dat deze eerste selectie een grote rol heeft gespeeld in het ontstaan van verschillende hondenrassen. Ter vergelijking: katten dienden tot voor kort het ene of het andere doel, namelijk gezelschap óf ongediertebestrijding. Omdat katten hier in hun eenvoud van kleur, grootte en vorm gewoon super goed in waren was het niet nodig om aan de kat iets te veranderen. Ze waren gewoon goed!
Bij ons in de praktijk
Bij Dierpraktijk Beest komen regelmatig dieren met ras typische klachten. Of beter gezegd: klachten die bij een specifiek ras vaker voorkomen. Maar of er nou echt verschil zit tussen ras problemen bij katten en honden? Naar verhouding zijn er natuurlijk veel meer hondenrassen dan kattenrassen. Toch zien wij eigenlijk vooral de overeenkomsten tussen beide diersoorten. Zoals rassen met een slecht gebit, zwakke achterhand, gevoelig spijsverteringskanaal of allergieën.
Met behulp van natuurgeneeskunde ondersteunen wij deze klacht. De oorzaak kunnen we soms helaas niet wegtoveren, zeker niet als dit “erin gefokt” zit. Ondersteunen zeker wel. En gelukkig zijn de meeste dieren makkelijk geholpen en wordt hun leven een stuk aangenamer.Wil jij graag een afspraak maken? Of je huisdier d.m.v. biorensonantie laten doormeten? Dat kan!
Doorgefokt?
Er kleven helaas ook nadelen aan selectief fokken. De diversiteit vermindert. In sommige gevallen zijn de afwijkingen die gepaard gaan met selectief fokken op basis van een bepaalde ras specifieke mutatie groot. Zo hebben Schotse vouwoorkatten (katten met een vouw in de oorschelp, een soort dubbelklapt oor) een grotere kans op osteodystrofie (chronische stofwisselingsziekte van botten). Professor Lyons wijst op een standaard risico op PKD (polycystic kidney disease, een nierziekte) bij de Pers, gefokt voor hun lange, zachte vacht en platte kop. Ook hondenrassen leveren soms gezondheid in voor uiterlijk. Zo hebben standaard poedels met een donkere vacht meer kans op huidkanker.
Toekomst
Soms lijkt het niet verstandig om te selecteren op een enkel kenmerk. Met gezondheidsproblemen als gevolg. Honden en katten met platte koppen kampen met ademhalingsproblemen, teveel huidplooien is vragen om bacteriële infecties. Goede fokkers zijn zich hiervan bewust en passen hun fokbeleid aan. Dit zou moeten gelden voor hond én kat.
Het grote verschil tussen katten- en hondenrassen? Tijd! Kattenrassen zijn pas sinds 75 jaar een hype, hondenrassen ontstonden als een paar honderd jaar geleden. Vandaar de grote verschillen! Dus als je nog even geduld hebt… Over een paar honderd jaar lopen er vast ook Teckatten en Cat Mastiffs rond! Hopelijk zonder bijwerkingen…