Bit of Bitloos? Wat is beter voor paarden?
Foto: Aleida Wolf | Model: Knabstrupper merrie Scarlett | Ruiter: Sandra Verdel
#bit #bitloos #paarden #paardenwelzijn
Waarschijnlijk iets waar jij over hebt gehoord, misschien een keer hebt overwogen, zelfs geprobeerd of allang mee bezig bent. Bitloos rijden. En dan vraag je je steeds maar af: is dit nou echt de oplossing? Is dit beter voor mijn paard (stiekem denk je: ja), is dit makkelijker voor mij (soms wel en soms ook echt even niet) en is dit veilig als ik het bos in ga (tsja…..).
Rijden gaat natuurlijk om je zit. Die teugels heb je eigenlijk niet nodig. Een gewichtsverplaatsing is genoeg. Nóg mooier, je hebt het plaatje, onbewust spannen enkele spieren zich samen… et voilà, resultaat. Maar voor je gevoel, gewoon om die controle te hebben en te houden rijdt je met bit. Ook al kan je je ergens wel voorstellen dat zo’n stuk “metaal” in je mond, wat drukt op je tong, op je lagen, niet lekken voelt. Gewoon niet lekker kan zitten. We have news for you!
Wetenschappelijk onderzoek naar het welzijn van paarden vóór- en nádat ze omgesteld worden op bitloos rijden een drastische daling zien in pijnsignalen (W.R Cook en M. Kibler, 2018). Tijdens dit langdurige onderzoek vertoonden 23 paarden met bit pijnsignalen, bij de bitloze paarden vertoonden slechts 2 paarden pijnsignalen.
Het gedrag van paarden mét bit en zónder bit/ bitloos onder de loep.
Paarden kunnen gereden worden met bit of bitloos. Op beide varianten zijn er uiteraard variaties. Ieder zijn ding. Maar wat laat jouw paard zien? En niet alleen jouw paard, eindelijk een onderzoek dat meerdere paarden bestudeert. We kunnen dus een globale conclusie trekken!
Cook en Kobler onderzochten de gevolgen voor paarden. Tijdens het, wat zij noemen ‘natuurlijke’, onderzoek werd het gedrag bestudeerd in beide situaties. Mét bit en bitloos. Ze verzamelden gedurende 6 jaar info; feedback van ruiters die omschakelden van bit naar bitloos. Aan de hand van deze feedback stelden Cook en Kobler een vragenlijst samen. 66 paarden deden mee aan het onderzoek. Uit de resultaten kwamen 69 verschillende soorten gedragssignalen van pijn naar voren. Uiteraard vertoonde niet elk paard ál deze pijnsignalen. Maar let op… deze gedragingen worden herkend als vormen van stereotiep gedrag. Per paard werd er gekeken naar het aantal pijnsignalen die het paard vertoonde, eerst met bit, vervolgens bitloos. Het aantal pijnsignalen werd geteld en vergeleken.
Na meestal meerdere jaren rijden met bit, waren de bitloos gereden paarden pas sinds relatief korte tijd bitloos. Sommigen 1 dag, anderen ongeveer 3 jaar. Zodra paarden een bit in hebben vertonen ze tussen de 5 tot 51 (!) van de 69 pijnsignalen. Bitloos vertonen de paarden helemaal geen tot maximaal 16 pijnsignalen. De vermindering van elk van de 69 pijnsignalen tijdens het bitloos rijden varieerde tussen de 43 tot zelfs 100%. Een duidelijk verschil!
Niet overtuigd?
Cook en Kobler gaan nog even door. Ze berekenen het totaalaantal pijnsignalen. Bij de met bit bereden paarden waren dit in totaal 1575 pijnsignalen. Bij de bitloos gereden paarden was totale aantal 208. Een vermindering van pijnsignalen met 87% bij bitloos rijden. Een prachtig resultaat waar ook jij niet omheen kan lijkt ons zo.
De term ‘teugelkreupel’ beschrijft een kreupelheid die veroorzaakt wordt door het bit. Deze vorm van bit-pijn heeft een negatief effect op proprioceptie (of positie zin), zoals balans, lichaamshouding, coördinatie en beweging.
Even terug naar het onderzoek. Slechts 1 van de 66 paarden liet geen vermindering van pijnsignalen zien toen het bitloos werd gereden. Dus omgekeerd kan je zeggen dat het welzijn van 65 van de 66 paarden verbeterde zodra er werd overgestapt op bitloos rijden; daarbij werden de negatieve emoties (pain; pijn) vermindert en de positieve emoties (pleasure; genoegen) namen tegelijkertijd toe.
Cook en Kobler maken bij hun onderzoek gebruik van het “Five Domains Model”. Het “Five Domains Model” (Mellor en Beausoleil, 2015) is een zeer bruikbaar framework om systemisch en gestructureerd dierwelzijn in kaart te brengen. De vijf dimensies bestaan uit: voeding, omgeving, psychisch welzijn, gedrag en mentale status. Afgaande op dit model kon waargenomen worden dat paarden gereden met bit scoorden: “chronische en serieuze welzijn compromissen zonder verbetering”. Met andere woorden, paarden die een bit in hun mond hadden vertoonden ernstige welzijnsgebreken. Die niet verbeteren naarmate de tijd verstrijkt. Aan de andere kant kan je concluderen dat paarden die bitloos bereden worden weinig compromissen ten opzichte van welzijn vertonen en dit zelfs verbetert naarmate paarden gedurende een langere periode bitloos worden bereden. Mooi resultaat toch?
Maar hoe herken je bit-gerelateerde pijnsignalen? Je wilt natuurlijk niet dat je paard pijn heeft. Daarnaast kan het voor jou als ruiter ook gevaarlijk zijn als je paard een van onderstaande signalen vertoont! Signalen van pijn zijn onder andere:
- het bit niet willen aannemen
- überhaupt geen hoofdstel om willen
- moeilijk te pakken uit de weide/ paddock (stal telt niet mee, dit is te makkelijk)
- hoofdschudden
- een stijve nek
- kopschuw
- staart zwiepen
- concave lichaamshouding
- tong over bit
- bokken
- steigeren
- en meer…
Pijn bij dieren (in het algemeen, dus ook bij paarden) wordt gedefinieerd als “een aversief gevoel veroorzaakt door werkelijk of dreigende weefselschade; een negatieve mentale status”. Genoegen is gedefinieerd als “het voldoen aan een biologische drijfveer voor comfort en veiligheid; een positieve mentale status”. Vandaag de dag refereert dierwelzijn aan ’pleasure’ als ‘een positieve affectieve ervaring’ (Mellor, 2015).
Het bit wordt al zó lang gebruikt, dan is het toch goed?
Sinds het bronzen tijdperk worden metalen bitten geaccepteerd als onderdeel van “horsemanship”. Horsemanship bestond uiteraard nog niet in 3000 voor Christus. Paarden waren werkdieren, moesten gehoorzamen en doen wat er gevraagd werd. Hopelijk komt er nu ruimte voor het individu, respect voor de diersoort (elke diersoort) en erkenning dat dieren emoties hebben. Jij weer het, wij weten het. Geen paard is zoals een ander. Net zoals mensen een karakter hebben, hebben paarden dit ook. Aan de andere kant zijn paarden, als soort, zó bereidwillig (als sociaal wezen), zó ingesteld om samen te werken (als kuddedier) én vooral niet hun zwakte te laten zien (dan komt het roofdier en die pakt je) dat ze bijna zelden in protest komen. Misschien wel in kleine signalen, zoals ze onderling van elkaar oppikken. Wij als mens zijn te lomp, te traag, te ongeduldig en/ of te veel met onszelf bezig. Met onze prestaties, onze appjes, terwijl je paard maar even moet “wachten en gehoorzamen”. Tijd voor verandering, tijd voor samenwerken. Tijd om je paard te zien als individu. We durven te zeggen “als persoon”.
Pas sinds enkele jaren wordt het gebruik van het bit nauwkeurig onderzocht. Zoals in onze eerdere artikelen naar voren kwam is er in de paardenwereld weinig echt wetenschappelijk onderzoek verricht. Met gepubliceerde artikelen die 2 tot misschien 20 paarden onderzoeken wordt het statistisch gezien erg lastig om conclusies te trekken. Desalniettemin willen we jullie de ‘onderzoeksresultaten’ naar bitloos rijden tot heden presenteren. In 2005 beschreven Ashley et al. (2005) voor het eerst een review over pijn beoordeling bij paarden, waarbij ze concludeerden dat er gebrek was aan data over ‘abnormaal bit-gedrag’. Dit was nog nooit onderzocht! Sindsdien zijn er 3 onderzoeken geweest naar gedrag van bereden paarden, mét bit en daarna zónder bit. Het eerste onderzoek vergelijkt 2 paarden (in onze optiek dus wetenschappelijk) die tijdens het inrijden beter leken te presteren met bitloze optoming (Quick en Warren-Smith, 2009). Het tweede onderzoek besloeg 4 paarden (waar blijft de wetenschap?), alle 4 de volwassen paarden lieten beter rijgedrag zien toen ze voor het eerst bitloos werden bereden (Cook and Mills, 2009). Tijdens het derde onderzoek naar bitloos rijden werd gelet op de score met bit én zonder bit bij therapie-paarden, deze scoorden aanzienlijk positiever wanneer ze bitloos werden ingezet (Carey et al. 2016).
Hierbij willen wij graag vermelden dat in eerdere pijn-onderzoeken bij paarden (en dieren in het algemeen) over het algemeen het verwijderen van de pijnlijke bron niet eerder werd onderzocht. Vreemd? Ja, heel vreemd! Fijn dat er nu eindelijk verandering in komt. Er wordt bij dieronderzoek vooral gekeken wat het effect van “iets pijnloos” is en hoeveel pijn het “nieuwe plan dan zou kunnen gaan doen”. Met andere woorden, is het verantwoord om het nieuwe product/ de nieuwe strategie (bv bij castratie) in dienst te nemen. Daarom is het fijn een keer een onderzoek te kunnen delen dat er juist aan bij wil dragen de pijn te verminderen. De pijn van rijden met bit, de stress die het toch ongewenst veroorzaakt, in kaart te brengen.
Conclusie
Het gebruik van het bit is sinds millennia de standaard. Wereldwijd wordt het bit gezien als essentieel en ethisch verantwoord. In 2017 konden we deze opinie door welzijnsonderzoekers (eindelijk) citeren: “De meeste paarden laten een duidelijk bewijs zien van aversie jegens het bit in hun mond, variërend van milde irritatie tot erg pijnlijk” (Mellor en Beausoleil, 2017). Daarnaast bestaat er controversie in de paardenwereld, wanneer is iets pijnlijk? Wanneer een paard met zijn hoofd schudt, de mond openspert, tong buiten boord gooit… Wij vinden het jammer dat in dit onderzoek de verschillende soorten bitloze optoming niet tot matig aan bod komen. Het maakt nogal verschil of je bitloos rijdt met een Engelse hackamore, een Spaanse serreta, het ‘vriendelijke horsemanship’ knopenhalster, een bosal, een sidepull, een ‘in het oog schuivend halster’, een Rambo mickle multi, de namaakversie hiervan of een namaak van elke variant überhaupt. Dan hebben we het nog niet eens over de gekruiste teugel varianten…
Tijdens het onderzoek komt naar voren dat de gemiddelde pijn gerelateerde gedragingen tijdens rijden met bit 23 was. Na gemiddeld 35 dagen bitloos rijden was dit 2 pijn gerelateerde gedragingen (nogmaals het waren dezelfde paarden). Je kunt dus concluderen dat bitloos rijden de pijn met 87% vermindert. In totaal verbeterden 65 van de 66 paarden aanzienlijk bij bitloze optoming. Dit bewijst dat het bit an sich de hoofdoorzaak is van pijnbeleving bij paarden. Naast het paardenwelzijn, wel zo veilig voor jou, als ruiter. Doe er je voordeel mee.
Tijdens het onderzoek komt naar voren dat de gemiddelde pijn gerelateerde gedragingen tijdens rijden met bit 23 was. Na gemiddeld 35 dagen bitloos rijden was dit 2 pijn gerelateerde gedragingen (nogmaals het waren dezelfde paarden). Je kunt dus concluderen dat bitloos rijden de pijn met 87% vermindert. In totaal verbeterden 65 van de 66 paarden aanzienlijk bij bitloze optoming. Dit bewijst dat het bit an sich de hoofdoorzaak is van pijnbeleving bij paarden. Naast het paardenwelzijn, wel zo veilig voor jou, als ruiter. Doe er je voordeel mee.
Wil jij graag een afspraak maken? Dat kan!
Ashley, F.H., Waterman‐Pearson, A.E. and Whay, H.R. (2005) Behavioural assessment of pain in horses and donkeys: application to clinical practice and future studies. Equine Vet. J. 37, 565‐575.
Carey, C., Moriarty, S.H. and Brennan, R. (2016) A study of the impact of bitted and bitless bridles on the therapeutic riding horse. Proceedings of the 12th International Society for Equitation Science Conference, p 99.
Cook, W. R. and Kibler, M. (2018), Behavioural assessment of pain in 66 horses, with and without a bit. Equine Vet Educ. doi: 10.111/eve.12916
Cook, W.R. and Mills, D.S. (2009) Preliminary study of jointed snaffle vs. crossunder bitless bridles: Quantified comparison of behaviour in four horses. Equine Vet. J. 41, 827‐830.
Mellor, D.J. (2015) Enhancing animal welfare by creating opportunities for ‘positive affective engagement’. N. Z. Vet. J. 63, 3‐8.
Mellor,D.J. en Beausoleil, N.J. (2015) Animal Welfare 24: 241-253.
Mellor, D.J. and Beausoleil, N.J. (2017) Equine welfare during exercise: an evaluation of breathing, breathlessness and bridles. Animals 7, 41.
Quick, J.S. and Warren‐Smith, A.K. (2009) Preliminary investigations of horses’ (Equus caballus) indices to different bridles during foundation training. J. Vet. Behav. 4, 169‐176.