Resistentie tegen ontwormingsmiddelen (anthelminthicumresistentie) wordt wereldwijd een steeds groter probleem. Niet alleen bij het paard, bij alle diersoorten!
Een misvatting is dat veel mensen denken dat ‘het dier zelf’ resistent wordt. Dat bijvoorbeeld een individueel paard resistent is tegen ontwormingsmiddelen. Dit is niet waar. De worm zelf wordt resistent.
De volgende soorten wormen kunnen aangetroffen worden bij het paard:
• Strongyloides Westeri (veulenworm)
• Dictycaulus Arnfieldi (longworm)
• Cyathostominae spp. (kleine bloedworm)
• Strongylus Vulgaris (grote bloedworm)
• Oxyuris Equi (aarsmade/ aarsworm)
• Parascaris Equorum (spoelworm)
• Anoplocephala Perfoliata (lintworm)
• Fasciolose (leverbot)
• Gasterophilus Intestinalis (paardenhorzel)
De laatste betreft geen worm, maar een parasiet en wordt meegerekend door de schade die hij/zij kan aanbrengen).
Wormen raken ‘gewend’
Tot nu toe werd en wordt er nog steeds onnodig, te vaak en ongecoördineerd ontwormd. Het resultaat is dat de wormen ‘gewend raken aan de middelen’ en deze middelen op de lange termijn ‘werkeloos’ raken. Paardeneigenaren vertellen soms vol trots dat ze ‘hun paard elke zes tot acht weken ontwormen’, vaak met de beste intenties. Waarom? Elk paard (en ander dier) heeft wormeieren in zijn/ haar lichaam, maar wanneer moet je ontwormen? Had het paard teveel wormen op dat moment? Welk soort worm? Paste het middel bij de besmetting?
Als gevolg van een overmatig gebruik van de beschikbare ontwormingsproducten hebben wormen, wormeieren en hun larven immuniteit opgebouwd tegen deze middelen (resistentie). In sommige gevallen zijn de wormen resistent tegen een specifieke inhoudsstof van een ontwormingsmiddel. In deze gevallen kan het zich lonen om over te schakelen naar een product met een ander werkingsmechanisme. Helaas passen de wormen zich snel aan en is er zeer beperkte differentiatie mogelijk. Er zijn echter gelimiteerde secundaire opties voorhanden. Schatting is dat binnen 15 jaar er helemaal GEEN nieuwe doeltreffende ontwormingsproducten beschikbaar zijn.
Controle
Om de ontwikkeling van anthelminthicumresistentie te vertragen en zodoende de doeltreffendheid van de beschikbare anthelminthica te verlengen, is het van belang dat dierenartsen de uitgifte van wormmiddelen controleren. Paardeneigenaren / staleigenaren kunnen zo een evenwicht vinden om zowel worminfecties onder controle te krijgen als de duurzaamheid van hun behandelingsstrategie te garanderen.
Ontworm enkel wanneer uw paard daadwerkelijk een te hoge wormbelasting heeft. Hoe weet je dit? Door middel van een mestonderzoek! U kunt de mest van uw paard langsbrengen bij Dierpraktijk Beest. Hier kun je meer lezen over mestonderzoek. Door enkel te ontwormen wanneer dit nodig blijkt uit de uitslag van een wormeitelling, belasten we de dieren niet onnodig met chemische middelen en kunnen we wellicht resistentie tegen wormmiddelen vertragen. Mocht na het mestonderzoek blijken dat de wormeitelling te hoog is en het paard dus ontwormt dient te worden, dan zou je 10 a 14 dagen na de ontworming nogmaals een mestonderzoek moeten doen. Om aan te tonen of er resistentie is.
Tekst: Marloes Kruiper. Gepubliceerd op Dierennieuws, 16 april 2014.